Media-powervrouw Sanne Groot Koerkamp (36) is hoofdredacteur van populair wetenschappelijk tijdschrift Quest. Ze geeft leiding aan 35 mensen en moet dagelijks belangrijke keuzes maken. In haar chalet aan de Maarsseveense plassen kan ze de drukte loslaten.
Auteur: Nina Schuyffel | Beeld: Julie Hrudova
‘Achter ons chalet staat een oude eik. Hij is zo groot dat hij ons huisje lijkt te omarmen. Ik heb het idee dat deze eik over ons waakt. Tegen het einde van het jaar vallen er constant eikels uit. Dat gaat met een rotgang, want ze komen van heel hoog. Maar op ons is nog nooit één enkele eikel gevallen. Dat geeft een veilig en geborgen gevoel.
Sanne Groot Koerkamp
Sanne Groot Koerkamp (36) staat sinds 2017 aan het roer van het populair wetenschappelijk tijdschrift Quest. Als journalist en hoofdredacteur werkte zij eerder onder andere voor Het Financiele Dagblad, Trouw, Glamour en Linda. 'Hard werken op hakken', is hoe zij het zelf omschrijft.
Mijn vriend en ik hebben dit chalet uit praktische overwegingen gekocht. Hij is een echte buitenman, maar ik wilde Amsterdam nog niet uit. We besloten mijn appartement in de hoofdstad aan te houden. Daar slaap ik om de week een lang weekend en als mijn vriend in het buitenland is. De rest van de tijd wonen we samen in ons chalet bij de Maarsseveense plassen. We relaxen er voornamelijk en we lezen veel. Als het even kan, eten we buiten. Vaak met een wijntje erbij. Dan kan het zomaar 2 uur ’s nachts worden.
“Veel huwelijken lopen stuk omdat een van de twee zichzelf is kwijtgeraakt. Als je lang bij elkaar wilt blijven, is het volgens mij belangrijk dat je allebei je eigen ruimte houdt.”
Ik ben blij dat we in de stad zijn blijven wonen én een buitenplek hebben. We kunnen het beste van beiden combineren, zonder dat een van ons concessies hoeft te doen. Veel huwelijken lopen stuk omdat een van de twee zichzelf is kwijtgeraakt. Als je lang bij elkaar wilt blijven, is het volgens mij belangrijk dat je allebei je eigen ruimte houdt. Wij denken dat het gezond is om af en toe niet bij elkaar te zijn. Daarom werkt dit voor ons goed.
Elke keer als ik naar de Maarsseveense plassen toe rijd, vind ik het weer ongelooflijk. Vanaf de snelweg neem je afslag Maarssen en dan moet je nog tien minuten binnendoor, langs de weilanden. Opeens staat daar dan ons kleine huisje. Midden in een natuurgebied, omringd door bomen, onder een prachtige sterrenhemel. Toen we het kochten was het totaal uitgewoond. Mijn vriend heeft het eigenhandig verbouwd. Van binnen is alles nieuw, van buiten ziet het er nog een beetje aftands uit. Maar dat heeft ook wel zijn charme.
“Als hoofdredacteur van Quest werk ik in een bepaald tempo. De snelheid van de stad zorgt ervoor dat ik dit tempo kan volhouden.”
Dertig meter verderop liggen de Maarsseveense plassen. Daar gaan we vaak wandelen, met onze dochter Ronja in de draagzak. Het is altijd heel mooi om te zien hoe de avondzon over het heldere water schijnt. ’s Zomers nemen we een picknickmand mee met lekkere dingen. Dan zitten we urenlang op een van de vele strandjes. Er schuiven altijd wel mensen aan. Jongeren, die ook op het park wonen. Vooral creatieve mensen uit Utrecht die besloten hebben om zelf een huis te bouwen. Er hangt een gezellige, opgetogen sfeer.
Hoewel ik erg van ons chalet geniet, zou ik er nog niet naartoe willen verhuizen. Ik houd van de prikkels in de stad. Het idee dat er altijd wat te doen is, vind ik heerlijk. Als hoofdredacteur van Quest werk ik in een bepaald tempo. Ik geef leiding aan een redactie van 35 man en werk fulltime. De snelheid van de stad zorgt ervoor dat ik dit tempo kan volhouden. Als ik aan de Maarsseveense plassen zou wonen, zou ik mijn werk niet zo goed kunnen doen, denk ik. Ik sta daar helemaal uit. In de stad heb ik het gevoel dat ik leef.
Naast mijn werk doe ik allerlei andere leuke dingen. Ik drum in een bandje, ga graag naar de kroeg en bezoek regelmatig een concert. Ik ben net terug van een vakantie op Ibiza met vriendinnen. Een druk leven dus, daarom vind ik het fijn dat mijn vriend me af en toe terugtrekt naar de natuur. Anders zou ik dit ritme niet volhouden. Ik merk ook aan Ronja dat ze het fijn vindt – in ons chalet slaapt ze beter dan in Amsterdam. En ze wordt rustig als ze naar de bomen en de blaadjes kijkt. Aan de plassen staan een paar mooie, grote huizen. Telkens als we erlangs lopen fantaseren we erover hoe het zou zijn om dáár ooit te wonen. Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.’