Na goud met het Nederlands dames-rolstoelbasketbalteam, focust Van Bergen (40) zich nu op de piste. Met een strak regime stoomt ze zich klaar voor de winterspelen in 2022. De serene rust en de dankbaarheid als ze over berglandschappen kijkt, zorgen dat ze op een andere manier naar haar prestaties kan kijken. ‘Door de natuur kan ik alles relativeren.’
'Als topsporter ben ik ongeveer honderd dagen per jaar weg van huis. “Ga je nou alweer op vakantie?” krijg ik wel eens te horen. Nou, nee hoor. In het buitenland zitten mijn dagen zo vol gepland dat ik van een land meestal maar weinig te zien krijg. Zodra ik een dag vrij ben, zoek ik meteen de natuur op. De bergen, de stilte, de schone lucht: alles is zo adembenemend mooi. Ik vind het telkens weer een voorrecht daarvan te kunnen genieten.'
Auteur: Nina Schuyffel | Beeld: archief van Barbara van Bergen, TeamNL
'Het Nederlands skiteam volgt een strak ritme. Op racedagen ben ik om zeven uur ’s ochtends weg en kom ik pas om vier uur ’s middags terug op mijn hotelkamer. Even rusten, fysio en daarna eten met team en staf. We zijn echt 24/7 samen. Ik móet soms naar buiten om op te laden. Even weg van alles, mijn kop leegmaken, gedachten op nul. Door in de natuur te zijn, kan ik met een nieuwe, frisse blik naar mijn prestaties kijken. Het is mijn vorm van meditatie.
Sport is altijd een belangrijk onderdeel van mijn leven geweest. Als jong meisje deed ik op nationaal niveau aan atletiek. In 2006 kwam daar opeens een einde aan, toen ik een motorongeluk kreeg. In het ziekenhuis vertelde de dokter dat ik een dwarslaesie vanaf mijn navel had. Het eerste wat ik dacht: hoe moet dat nou met sporten? Polsstokhoogspringen was geen optie meer, maar gelukkig bleven er nog genoeg andere opties over.
Barbara van Bergen
Barbara van Bergen is een Nederlandse rolstoelbasketbalster en alpineskiester. Met het Nederlands Rolstoelbasketbalteam wist ze onder andere goud te bemachtigen op het EK rolstoelbasketbal en brons bij de Paralympische Zomerspelen in Londen en Rio. Sinds 2016 richt Barbara zich op het Paralympisch zitskiën. Barbara is ambassadeur voor Rotterdam Sportstad.
Foto: Yvonne van Woudenberg
“Ik wil de eerste Nederlandse paralympische sporter zijn die op zowel de zomer- als de winterspelen een medaille wint.”
Ik begon met rolstoelbasketbal en mocht al snel toetreden tot het Nederlandse team. We speelden op de Paralympische Spelen in Beijing in 2008. Dat was een geweldige ervaring. Daarna wonnen we brons in Londen en in Rio. Nu heb ik een nieuw doel: ik wil de eerste Nederlandse paralympische sporter zijn die op zowel de zomer- als de winterspelen een medaille wint. Sinds 2016 richt ik me daarom volledig op skiën.
Helaas haalde ik de Spelen in Zuid-Korea vorig jaar niet. Maar ik geef niet op Ik ben net terug van het WK in Italië, waar ik op twee onderdelen vierde ben geworden. Ik haalde ook brons op de World Cup in Zwitserland. Het gaat dus de goede kant op. Ik doe er nu alles aan om me te kwalificeren voor volgende Winterspelen in 2022. Die vinden weer plaats in Beijing, dus dat zou de cirkel mooi rond maken.
“Te veel nadenken is nooit goed. Daarom is het zo belangrijk dat ik soms helemaal niet met sporten bezig ben.”
In december zat ik in een dip. Een blessure aan mijn schouder en rug confronteerde me met mijn fysieke en mentale grenzen. Ik was erg aan het malen. Wat gaat er verkeerd? Hoe kan ik beter worden? Ik keek naar video’s van mezelf om controle te krijgen op de situatie. Ik merkte dat ik niet meer met mijn gevoel skiede en te veel in mijn hoofd zat, waardoor het niet lekker ging. Te veel nadenken is nooit goed. Daarom is het zo belangrijk dat ik soms helemaal niet met sporten bezig ben.
Kijkend naar de bergen kan ik alles relativeren. Ik word overweldigd door een serene rust. Maar ook door een gevoel van dankbaarheid. Ik kan doen wat ik het allerliefste doe: skiën. En ik mag daarnaast ook nog van moeder natuur genieten, die mij de mooiste vergezichten, zonsopgangen en kleuren laat zien. Van Noorwegen tot Nieuw-Zeeland: je zou denken dat ik alle bergtoppen nou wel zo’n beetje heb gezien. Maar het blijft bijzonder. Elke keer als er weer een mooi uitzicht opdoemt, denk ik: waar is mijn camera?'